Dag 8, 13 februari 2003,

Door de muren heen hoor ik de mannenstemmen van waarschijnlijk de Afghanen die in hetzelfde blok wonen als ik. Mijn oren ruisen van alle geluid van de stemmen vermengd met de onvermijdelijke MTV die ik vandaag heb gehoord. Nu mag het stil zijn.
Allen het geluid van mijn vulpen en het getik van de wekker die ik gekregen heb van een winkelier hier vlakbij.
De man uit Kameroen waarmee ik eerder naar de zee ben gelopen om foto’s van te maken, stond vanmorgen voor mijn deur. Hij vertelde me dat hij twee maal negatief heeft, wel nog in beroep kan gaan, maar hij wil dat niet langer hier afwachten. Hij ziet het niet meer zitten en wilde naar Brussel gaan waar een vriend uit Kameroen woont die wel legaal is. We hebben nog samen geluncht, onderwijl weinig gesproken. Na de lunch ben ik mee gegaan naar zijn studio om zijn spullen te pakken. Alles wat hij bezit zit in een rugzakje en een aldi-tas. Samen met een jongen van 25 jaar uit Nigeria (zijn vriend) brachten we hem naar de kusttram. De Nigeriaan liep halverwege terug vanwege een afspraak bij de tandarts en ik liep nog verder mee. Tja wat dan nog te zeggen? “Take care”enz. en dikke zoenen op deze stevige zwarte lieve man. Met tranen in mijn ogen liep ik terug. Vreemd dat je in zo’n korte tijd zo’n band met iemand kunt opbouwen.
De Tibetaanse vrouw had ik gevraagd iets voor me te schrijven in haar taal. De in eerste instantie zo argwanende vrouw sprak honderduit en heeft mijn hart gestolen. Ze vertelde me dat ze het zo heerlijk vindt om in westerse kleding rond te lopen, zichzelf op te maken en nagellak op te doen. Ze is hier aangekomen in traditionele kledij en behoort zich in haar land van herkomst niet op te maken.
In Tibet was ze een nomade en woonde ze in een tent en trok ze met haar vele schapen naar groene plekken om de beesten te laten grazen. Op 16 jarige leeftijd is ze uitgehuwelijkt aan een veel te oude man waar ze twee kinderen van heeft gekregen. Deze man is aan kanker overleden en 2 jaar later trouwde ze uit liefde met een andere man waar ze weer 2 kinderen van heeft gekregen. Ze is net als ik 35 jaar.
Het liefst doet ze alsof ze geen Engels spreekt omdat mensen haar vaak niet uit echte interesse iets vragen, vermoedt ze. Maar met mij ervaart ze dat anders. Ze verbaast zich er dan ook over dat ik populair schijn te zijn onder de Tibetanen, die anders als er een vreemde op bezoek komt direct het liefst in een hoekje willen kruipen.
Ze weet nog goed hoe het was toen ze voor het eerst een blanke zag; het was alsof er een engel was neergedaald. De eerste negers zag ze hier in Zon en Zee, daar schrok ze een beetje van. Maar ze past zich razendsnel aan en vindt het heerlijk om talen te leren. als ze een positief krijgt mag ik met haar mee reizen naar Tibet. Al eerder schreef ik dat ze een maand gelopen had door de bergen van Tibet. nu voegde ze eraan toe dat het vreselijk koud was en ze geen goede schoenen had. Ze trok haar schoenen en sokken uit om me de gevolgen van haar bijna afgevroren tenen te laten zien.
Elke ochtend vroeg mediteert ze en zegt ze in zichzelf de mantra’s op om de dag weer aan te kunnen en rust te vinden in zichzelf. Ik nam haar mee naar mijn studio om haar de schoenen te geven die ik van thuis had meegenomen.
Nog foto’s afgegeven aan de Palestijn, die me erg dankbaar was en wil dat ik Libanees bij hem kom eten. Vervolgens nog bij de Soedanese kunstenaar thee gedronken en uitgenodigd voor een Soedanees etentje volgende week en verder staat er nog Indiaas eten op het programma. Maar vanavond was Iran weer aan de beurt. Heerlijke koolbladeren gevuld met rijst, gehakt en groente. Ik kom vast enkele kilo’s zwaarder thuis als het zo door gaat.
Vandaag kwam er weer een groep sociale toeristen aan van een school, meisjes van 16 jaar. De Armeense uit Iran bracht ze naar mijn atelier om ze mijn werk en mij te laten zien alsof ik er hier helemaal bij hoor. Het komt wel eens voor dat mensen aan de receptie denken dat ik een asielzoeker ben als ik met een groepje echte- om mijn badge vraag. Ik moet hier nl. net als iedereen die hier verblijft een zgn. badge afgeven zodra ik het asielcentrum verlaat. Alleen staat op mijn badge geen pasfoto met persoonsgegevens, slechts mijn studionummer.