Dag 3, 5 februari 2003,

Vanmorgen begon mijn ochtend met B. uit Kameroen. Een wandeling naar de zee. Ik wilde daar foto’s van hem maken; een idee wat ik al eerder in mijn hoofd had van een hele zwarte man aan de Belgische kust. In Kameroen is het altijd warm, minimum 30 graden. Er stond een straffe wind vandaag. De man werd gek van de kou. Hij was niet 1 keer naar de zee gelopen in de maand dat hij hier verblijft. Te koud. Nooit was hij buiten Afrika geweest. Maar hij vluchtte voor zijn leven ver weg van Afrika, het maakte niet uit waar naartoe. Hij begrijpt de mensen hier niet. In Kameroen praat iedereen met elkaar, daar leef je met je familie samen. Zijn opa had 20 vrouwen en 100 kinderen. Zelf komt hij uit een gezin met vijf kinderen en is katholiek. In mijn studio heb ik hem laten bijkomen met een kopje thee.
s Middags had ik een afspraak met een 17 jarige Hongaarse zigeunerin uit Slowakije die graag een geschilderd portret van zichzelf wilde. Ze spreekt goed Nederlands en is de populairste schoonheid van Zon en Zee. Een lang slank meisje wat door haar fragiele lichaam tussen kind en vrouwzijn in zweeft, met zwarte lange haren vermengd met gebleekte (“vijf euro”) lokken. Ze praatte honderduit over haar liefdes en verliefdheden, de onzekere toekomst, haar lastige familiesituatie terwijl ik haar trachtte te schilderen. Om 16.00 uur zou ik mijn “gids”weer treffen om bij de Tibetanen langs te gaan. Landgenoten zoeken elkaar op. Bijna geen van de Tibetanen spreekt engels, slechts 1 vrouw. Na enige tijd praten mocht ik toch een foto maken; de angst zit er goed in bij die mensen. In Tibet hebben ze een maand gelopen zonder eten en water drinken uit de natuur. Hun gezichten zijn zo anders; een kort voorhoofd, geprononceerde jukbeenderen en heel schuchter.
We vervolgden onze weg naar een jong Chinees stel met twee kinderen. De man is als ingenieur naar België gekomen om daar te werken voor een bedrijf wat nu failliet is gegaan. Omdat ze nu een tweede kind hebben, kunnen ze niet terug naar China, vanwege het 1-kind beleid aldaar. Ze wilde graag op de foto. We kregen koffie en een stapel foto’s te zien. Ik mocht degen die ik mooi vond meenemen om thuis te kopiëren en te gebruiken voor mijn schilderen.