Dag 14, 25 februari 2003

Een vreemde dag. Erg moe na te weinig slaap. Ik viel gister knock-out in bed, terwijl ik vergeten was een wekker te zetten. Om 8.15 uur werd ik vanzelf wakker. Snel douchen, aankleden en naar het restaurant voor het ontbijt. Vandaag helaas weer bleke boterhammen met de gebruikelijke slappe bak koffie. Het hele restaurant voor mij alleen, behalve het personeel dan.
De kok was al aan het werk om het middagmaal te bereiden. Onder zijn koksmuts kwam zijn rode grove bebrilde gelaat tevoorschijn. Voor zijn gezicht een mistige damp uit de grote pan met saus waarin hij roerde. Ik liep door de keuken en zag de grote hoeveelheid glimmende pannen, emmers met spaghetti en lege blikken gepelde tomaten. Spaghetti Bolognese zal het zijn vanmiddag. Gerustgesteld kon ik aan mijn dag beginnen.
Naar mijn atelier. Nog maar 3 onbeschilderde doeken over, waarvan ik er 1 bestem voor de kleine vrouw uit Irak. Ze heeft een gezicht wat niet in 1 keer te overzien is en veel meegemaakt heeft. 12.00 uur: tijd om naar de Surinamer van het sociaal toerisme te gaan om verder te praten over ons muzikale plan wat a.s. donderdag plaats zal vinden. Maar natuurlijk liep alles weer anders dan gepland en ben ik eerst gaan eten. Aan mijn tafel schoof een man aan die ik herkende van het toneelstuk “Dag België”. Daarin stelde hij zichzelf voor als een moslim uit Iran. Nu vertelde hij mij dat hij in werkelijkheid behalve gescheiden ook nog atheïst is. Een atheïst uit een moslimland. Hoe kan dat? Het is me eerder al opgevallen dat geen enkele (tot nu dan) moslim van zijn geloof af lijkt te (of mag) vallen. Geloof kan een aanleiding zijn om te vluchten, maar het in overtuiging niet geloven evenzo.
De Tibetaanse kwam aan mijn tafel om mij ansichtkaarten te geven over het leven wat zij leidde als nomade in Tibet. Het zijn prachtige foto’s van een mooie natuur, mooie vrouwen met wonderlijke sieraden, zeer lange zwarte haren en wonderlijke dieren (Yaks) in een sprookjesachtige wereld zo ver weg.
Na de lunch ben ik met twee Armeense mannen, de een speelt accordeon en de ander piano, naar de Surinamer gegaan om onze afspraak van 12.00uur na te komen. Maar hij had zoals gewoonlijk weer van alles te doen op het afgesproken tijdstip, dus wachtte ik samen met de Armeniërs en mijn ongeduld op wat komen ging. Even later gezamenlijk naar een muzikale sociaal assistent voor muzikale tips en kontakten, met telefonische tussendoortjes en bezoekjes (haar werk gaat ook door) en weer veel wachten. Het blijkt een hele organisatie te zijn zo’n spontane jamsessie. Welke ruimte is beschikbaar, waar kunnen we trommels of muziekinstrumenten, het liefst voor niets, vandaan halen?
Ondertussen bedacht ik me dat ik hier niet gekomen was om me bezig te houden met dit soort werk. Mijn schilderijen wachtten op mij. De tijd gaat toch al zo snel. Het is alweer mijn laatste week… Uiteindelijk lukte het me mezelf los te rukken uit de organisatiesfeer en me te bewegen naar mijn atelier. Onderweg de foto’s uitgedeeld aan de families die ik vorige week geportretteerd heb. Wat is het toch leuk om mensen blij te maken. Het kleine zigeunermeisje wat vorige week jarig was trok ongeduldig de foto’s uit mijn handen en gilde het uit van plezier toen ze zichzelf afgebeeld zag.
Na gedane schilderarbeid liep ik terug naar mijn studio. Een van mijn Afghaanse buurmannen stond voor zijn deur waarmee ik na een “Hello, how are you?” aan de praat raakte. Tijd voor een bakje koffie tezamen met het groepje Afghanen wat zich inmiddels buiten verzameld had. De 23 jarige dichter voegde zich ook bij het gezelschap. Het is iedere keer weer spannend om een gesprek met hem te beginnen, omdat ik nooit weet waar het op uit zal draaien. Hoewel ik inmiddels wel gemerkt heb dat het westerse lege materialisme (overmatige consumeren) wel een van zijn favoriete onderwerpen is.
Ik vertelde hem dat ik een atheïst uit Iran had gesproken en vroeg hem of het mogelijk was een ongelovige te zijn in een islamitisch land. Fel begon hij uit te varen over Iranezen, dat die zo vaak van geloof wisselen als van kleding. Dat ze materialisten zijn en onbetrouwbaar. Hij kende de Iranezen dus ik hoefde hem niets te vertellen. Ik protesteerde tegen het feit dat je toch niet zo kunt generaliseren, dat het toch van belang is te luisteren naar individuele verhalen. Vaker brengt hij ons verschil in achtergrond naar voren om de kloof tussen onze individuele invalshoeken te beslechten. Hij die niets dan oorlog heeft gekend, vanaf de lagere school moest vechten: ik, die alleen vrede, rust, genoeg voedsel en materie heb gekend en van daaruit mijn “naïeve” wereldbeeld heb ontwikkeld. Nee, hij weet wel beter. Niemand is te vertrouwen. Als het erop aankomt, in de strijd op leven en dood is iedereen een verrader. Zijn heftige verleden ervaart hij als de uitgeklede waarheid, daarop baseert hij zijn levensfilosofie. Al het andere is triviaal of naïef en lijkt hij zichzelf boven te stellen. Mijn woorden ketsten af tegen het pantser wat hij om zich heen heeft gebouwd als enige wapen tegen al het leed wat hij heeft mee gemaakt. Onaantastbaar wil hij zijn, de rust zelve die weloverwogen zijn woorden predikt over vrede en verdraagzaamheid. Maar door de patstelling die tussen ons ontstaat word ik creatiever met mijn woorden en lijk ik voor een moment hem te raken. De dichter verloor bijna zijn zelfbeheersing en wilde overstappen op een ander onderwerp. Ook ik voelde mij flink geraakt door de wel onderbouwde stellingen die hij op mij afvuurde. Eerder dacht ik dat de anderen naar hem opkeken. Nu merkte ik dat hun Engels minder goed is en ze daarom stil zijn. Ze denken en gedragen zich heel anders, maar mengen zich niet in de discussie. Ik moest maar eens gaan. De dichter verontschuldigde zich voor zijn gedrag. Maar ik bedankte hem. De sfeer die er tussen ons was ontstaan deed me voor een moment denken aan de felle discussies die ik vroeger had met mijn vader. Het prikkelt me en maakt dat ik mezelf scherper moet uitdrukken. Ik kom het nog zo weinig tegen; mensen die het écht nog iets kan schelen, mensen, die zich nog écht druk maken om iets anders dan hun materiele omstandigheden.