Joao Varela
.

klik op de links in de tekst voor de foto's

"De fluwelen touch"


24 februari 2004 In gesprek met Joao Varela (LPF)

De portier van het Tweede Kamergebouw stuurt me naar de overkant van het Plein waar het nieuwe onderkomen van de LPF zal zijn. Vandaag is men bezig met de verhuizing. Overal staan dozen. Joao neemt me mee op zoektocht naar zijn nieuwe kamer. De trappenhal is prachtig met verluchtiging aan het plafond. Zijn kamer is ruim met grijze wanden en een groot bureau met computer die al is aangesloten, zodat we samen naar de Puckworkssite kunnen kijken.

Je was 7 jaar toen je in Nederland kwam vanuit de Kaap Verdische eilanden. Wat weet je nog van Kaap Verdië?

Zon, zee, strand. Het klinkt heel cliché, maar het is gewoon zo. Ik heb daar niet op de kleuter- of lagere school gezeten. We gingen elke avond met zo´n emmer op ons hoofd water halen. Dat was heel primitief. Tussen de middag aten we heel lekkere kip. Ik had een klein hondje dat altijd bij me was en vond het verschrikkelijk dat ik hier naartoe moest.

Wat herinner je van het eerste moment dat je hier kwam?

Alles was groen, die weilanden, en alles volgebouwd. Dat had je daar natuurlijk niet. En ik vond het zo grauw.

Wat vond je van de mensen?

Als klein kind ben je best onbevooroordeeld. Dan maak je niet echt onderscheid. Dat komt later als je je bewuster bent van zaken in het leven. Ik zat in de trein vanaf schiphol, en keek naar links: schapen, rechts: schapen. Weilanden en nog eens weilanden. En dan kom je in zo´n drukke stad. De huizen die dicht op elkaar staan.

Waar gingen jullie wonen?

We gingen wonen midden in het drukke centrum van Rotterdam. Dat buitenleven wat je daar had, dat had je hier een stuk minder. Het was wel even wennen. Het was voor het eerst dat ik naar de lagere school ging, en dat ik een beetje aan mijn lot werd overgelaten. Mijn ouders waren nog niet helemaal ingeburgerd in deze samenleving. Ik heb het redelijk allemaal zelf uit moeten vinden. Dat is ook 1 van de redenen geweest waarom ik ben weg gelopen. Ik wilde nog meer zien in het leven. De cultuur bij ons thuis was dat de vader de lijnen uitzette.

Hoe oud was jij toen?

Ik was acht jaar en zag dat het er bij andere Nederlandse kinderen anders aan toe ging. Ik vroeg me af:” Waarom is dat bij ons thuis dan niet?” Dus ik dacht: “Ik moet hier gewoon weg”, want ik vind vrijheid het allerbelangrijkste wat er is. Daarom ben ik ook niet zo heel erg goed in relaties. Ik moet gewoon dingen kunnen ondernemen die ik wil.

Waar ben je toen heen gegaan?

De straat op. Op een gegeven moment gaan ze de politie bellen en ben ik van straat geplukt. Ik moest een tijdje op het bureau door brengen en vervolgens ben ik naar een kindertehuis gebracht, want ik wilde absoluut niet meer terug. En zo´n kindertehuis is natuurlijk vrijheid en blijheid. Daar kan een mens ineens alles, en zo werkt het leven natuurlijk ook niet. Daar heb ik dan 1,5 jaar gezeten. Toen ben ik overgeplaatst naar een gezinsvervangend tehuis. Daar leer je dan hoe het is om in een gezin te leren leven. En dat is echt aanpoten dat kan ik je verzekeren. Het is een tweede heropvoedingskamp waar ik in gezeten heb. Zomers gingen we vier weken met zijn allen naar zo´n kamp. Dan moest je een tent opzetten, je eigen kelder graven om de zuivelproducten in te bewaren, en een wc bouwen in de bossen. Je moest je eigen water pompen en koken als je jezelf wilde wassen. Verschrikkelijk als je eraan denkt.

Heb je er geen goede herinneringen aan?

Nou, jawel, nu ben ik blij dat ik het heb meegemaakt. Ik had helemaal geen zin om me te gaan wassen met al die vieze insecten en horzels, en ik was altijd weer blij om thuis te komen, want daar had je tenminste een lekkere warme douche. Veel jeugd vindt alles maar normaal. Alsof alles altijd al zo is geweest. Dat bewustzijn zou je er bij een aantal in moeten rammen. Ik vind het zelf wel goed dat ik het heb meegemaakt.

Heeft dat ook de basis gelegd waarom je de politiek in gegaan bent?

Ja, ik denk het wel. Er zat bij mij altijd wel een innerlijke drive om dingen te bereiken. Het is niet voor niets dat ik op mijn achtste ben weg gelopen. Terwijl andere kinderen nog bezig zijn met poppetjes had ik zoiets van ik moet eerst hier weg, want dan kan ik later altijd nog met poppetjes en autootjes spelen. Je hebt wel wat dingen gemist natuurlijk. Dat merk je nog wel. Daarom herken ik dat zo bij die Marokkaanse jongens en Turkse jongens buiten. Die moeten ook alles zelf ondervinden.

Wat voor beeld heb jij van jezelf?

De meest innerlijke en eerlijke relatie heb je met jezelf. Ik ben iemand die zichzelf doelen wil stellen. Als ik iets doe en ik kan mezelf geen perspectief voor ogen stellen, dan ben ik heel moeilijk te bewegen tot iets. Op het moment dat ik weet waarvoor ik iets doe, dan ga ik echt als een speer. Ik ben wel heel erg prestatiegericht en best ijdel. Maar ik vind wel dat het beeld moet passen bij wat je zegt. Pim zei altijd:”Je kunt je ook niet voortstellen dat de koningin de troonrede gaat voorlezen in een bloemetjesjurk.” Zij komt ook altijd in een mooi gewaad. Dat hoort er gewoon bij. Misschien heeft het te maken met mijn Rooms Katholieke achtergrond.

Geloof je?

Ik ben niet heel gelovig, maar schoonheid kan mij wel raken. Het kan filosofisch zijn. Hoe mensen iets zeggen. Pim die had de gave van het woord. Hoe mannen en vrouwen eruit zien, dat vind ik een bepaalde schoonheid, of hoe een huiskamer is ingericht. Hoe mensen zich presenteren, en hoe ze lopen. Zoals Florance Griffith, die atlete uit Amerika, die vind ik prachtig.

Hoe denk je dat anderen naar je kijken?

Mensen die me persoonlijk kennen kijken altijd heel anders tegen mij aan dan de mensen die me niet kennen. En hoe die hele grote kring naar mij kijkt? Dat is moeilijk te zeggen. Ik hoor hele wisselende verhalen. “Excuusallochtoon”, dat hè. En een ander zegt:”Die heeft wel heel veel lef zeg dat hij toch bij de LPF is gegaan.”

Heb jij het gevoel dat je macht hebt nu je in de kamer zit?

Het is allemaal zo relatief. Je hebt macht op het moment dat je een meerderheid krijgt, en dat je andere fracties zo ver krijgt dat ze je gaan steunen. In die zin heb je wel macht. Je hebt de macht van de regering, waar we nu niet in zitten. Je hebt de macht van de media, van de ambtenaren, en allerlei belangengroeperingen. Je bent 1 van de vele schakels.

Als jij klein, dik en bebrild zou zijn geweest zouden de media dan ook zo over jou hebben geschreven?

Nee. Ze hebben in de media gebracht dat ik de fractiekamer uitgelopen was, omdat ik naar de verkiezing van de best geklede Nederlander toe ging. Ik zou wel zo slim zijn om dat niet te doen, want ik weet precies hoe dat soort dingen werken. Dat is dus beeldvorming. Die fractievergadering was om 18.00 uur afgelopen, en ik dacht al: “Ik kan er beter niet heen gaan, want ze gaan het vast anders brengen.” Maar ze vertelden me dat Pim Fortyun en Umberto Tan er ook heen waren geweest. Dus dacht ik: “Nou ja, vooruit.” Het was een hele heftige dag de eerste oktober van 2002; met Winnie de Jong en Cor Eberhart. Om 18.00 uur was die vergadering afgelopen en om 22.00 uur was die verkiezing. Ik had ook een biertje kunnen gaan drinken of gaan tennissen, maar ik ben daar toen heen gegaan. Dat hebben ze zo weten neer te zetten alsof ik uit die vergadering kwam en direct daarheen ging. Dat kan ik 100 keer tegen spreken, maar het beeld blijft.

Wat voor beeld heb jij van kunst(enaars)?

Als ik aan kunstenaars denk dan denk ik aan een beetje zweverige types. Dat ze wachten tot ze een goed moment hebben om iets te kunnen schrijven of maken.

De bohémien?

Ja, absoluut.

Je ziet niet een cultureel ondernemer voor je?

Nou dat toevallig wel, maar dat komt omdat ik persoonlijk iemand heb gekend die daar heel erg mee bezig was. Daarom heb ik ook een hele andere kant gezien. Eerst was ze heel erg op die toer van:” Ik maak wat ik leuk vind”, en toen zag ze ook dat je er wel van moet kunnen leven. Nu is ze iets meer op de commerciëlere toer gegaan. Je ziet dan de ondernemer in de kunstenaar. De dingen die ze leuk vindt, maakt ze nu alleen voor zichzelf. Ze houdt nu wel meer rekening met de behoefte van de klant.

Heb je iets met kunst?

Ik vind kunst heel breed. Ik vind dat iemand die mooi kan tennissen ook kunst. Sport is ook kunst.

Waar zit dan de kunst in?

De fluwelen touch. Hoe hij zo´n bal raakt.

Een soort ballet?

Ja, een beetje dat idee.

Verleid dat jou om langer te blijven kijken?

Ja, absoluut. Kunst is niet iets wat iedereen kan, daarom heet het kunst en verleidt het mij ook; talent.

Dat wat je zelf niet hebt?

Ja, vaak wat je zelf niet hebt. Daarom waardeer je het.

Ik zag een foto van jou met een standbeeld van Pim Fortuyn. Wat vind je van dat beeld?

Of die lijkt bedoel je?

Nee, gewoon of je het een goed beeld vind an sich?

Nou ja, je weet wel dat hij het is en dat komt vooral door zijn neus en zijn kale kop en dat soort dingen. Maar als je goed kijkt dan zie je dat hij het niet helemaal is. Voor een leek is het wel geslaagd.

Kunst wordt op deze manier een symbool. Het wordt een soort stand-in voor Pim Fortyun.

Het schijnt dat het beeld bij Madame Toussault erg goed is. Ik ben er nog niet geweest.

Wat vind jij daarvan?

Ik ben er op zich niet op tegen, zeg ik eerlijk. Als iemand iets bijzonders heeft gepresteerd of veel voor de mensheid heeft betekend. Maar ook de mensen die de mensheid geen dienst hebben bewezen. Dat er bijvoorbeeld een beeld van Stalin is.

Hoe onderscheid jij je in de kamer?

Ik onderscheid me nu nog door mijn voorkomen. Het is een kwestie van gewenning. Je moet je er eerst helemaal lekker voelen en dan kom je wel los. Sommige gasten die staan er gewoon alsof ze in hun huiskamer staan. Je moet op zoek gaan naar de beste vorm die bij jou past en de vorm moet ook passen bij het beeld. Ik ben een bruggen bouwer. Ik kan met heel veel mensen opschieten, dus dan moet ik niet gaan lopen gillen want dat past niet bij mij. Aan de andere kant kan het ook je kracht zijn dat je vrij harde boodschappen op een vriendelijke manier zegt. Ik krijg wel eens verwijten van: je bent veel te lief en aardig voor de politiek.

Heeft Pim Fortuyn jou gekozen als tweede man omdat je een bruggenbouwer bent?

Hij zag wel dat ik in beide werelden heb gestaan en ik kan met beide werelden me goed staande houden. Mij kost het geen moeite. Het is een tweede natuur. Als ik nu naar buiten loop en een paar Marokkanen roepen van:”Hé, daar heb je die homo!” Ik word altijd voor homo versleten, want ze dachten dat ik wat met hem had, terwijl ik terwijl ik gecharmeerd ben van mooie vrouwen. Dan loop ik altijd naar ze toe en maak ik een praatje met ze. En dan hebben ze zoiets van hij is gewoon een relaxte gast. Hij is helemaal niet tegen ons.

Wat versta jij onder charisma?

Boodschap, persoon, en timing. Dat bepaalt je charisma, omdat je op dat moment anders bent dan de rest.

Vind je dat kunst een functie heeft?

Natuurlijk, alles heeft een functie. Hoe slecht of goed het ook is. Je moet weten wat zwart is om te weten wat wit is. Je hebt mooie kunst en minder mooie kunst. Sommige kunst raakt je en beroert je. Wat daar de functie van is? Het is maar net wat die kunstenaar wil vertellen met die kunst. Wat de boodschap is.

De kunstenaar Martijn Engelbregt heeft voor de Balie in Amsterdam een kunstwerk gemaakt in de vorm van officieel ogende enquêteformulieren waarin o.a. gevraagd werd illegalen aan te geven. Deze kunstenaar begeeft zich op politiek gebied.
Vind jij dat een kunstwerk?

In eerste instantie niet, want ik denk meteen aan de politieke ideeën erachter. Waarom gaat hij überhaupt die vraag stellen, want het is toch duidelijk dat illegalen hier niet horen. Die nemen plek in van legale mensen. Dat is heel simpel. Of het nou de arbeidsmarkt is, de woningbouw, of de gezondheidszorg. Illegalen horen hier gewoon niet, want die ondermijnen de rechtsstaat. Als het over illegalen gaat denk ik niet aan kunst. Maar of dit nu een kunstwerk is? Het wekt bij mij meer ergernis dan dat het me beroert. Die mensen hebben hun kans gehad in het rechtssysteem en eens houdt het gewoon op

Dat kunstwerk is gesubsidieerd. Vind jij dat kunst gesubsidieerd moet worden?

Dat vind ik moeilijk. Als je die kunstenaar als ondernemer ziet, dan moet hij zijn eigen broek ophouden. Aan de andere kant, Nederland is natuurlijk een land waar ze schoonheid niet op de eerste plaats zetten. Dat vind ik wel van een land als Italië. Daar hebben ze er veel meer feeling voor. Dus ik denk dat de markt daar ook groter is om je kunst aan de man te brengen. Iedereen kan zich in principe kunstenaar noemen. Wanneer is iemand nu kunstenaar en wanneer niet? Ik kan mezelf ook kunstenaar noemen. Of je noemt jezelf kunstenaar als je een bepaald traject hebt doorlopen. Als je bewezen hebt dat je echt met kunst bezig bent, dan vind ik dat er wat meer voor de beroepsgroep gedaan zou kunnen worden. Maar waar ik dan bang voor ben is dat het misbruikt zal gaan worden. Dat iedereen zich kunstenaar gaat noemen. En dan zijn er van die lieden die nu gebruik maken van zo´n kunstenaarsregeling en de volgende keer weer van wat anders. Dan denk ik van: die moet je dan heel hard aan pakken, want die maken er gewoon misbruik van.

Je zegt ook ergens van: laten we eens ophouden met dat emotionele gedoe, maar meer in grote lijnen denken i.pv. het inzoomen op de details.

Ja, dan wordt het ook voor iedereen duidelijker. Zo van: dit wel en dat niet. Als je alles een beetje in het midden laat, dan krijg je heel veel ruis op de lijn en krijg je van dat gedonder. Op het moment dat je een duidelijke lijn trekt dan is het in het begin voor een aantal mensen niet leuk, maar iedereen weet wel waar ze aan toe zijn. Ik houd echt van helderheid.

Mensen zijn niet helder.

Natuurlijk niet. Misschien ga ik toch teveel uit van het slechte in de mens. De gelegenheid maakt van de mens een dief , en de mens is van nature lui. Ik zie het ook aan mezelf als ik niet hoef, dan is het heel moeilijk om mezelf te motiveren.

Je gaat in eerste instantie uit van het negatieve in de mens?

Je kan het negatief zien, maar de mens denkt in principe altijd aan zichzelf. Ook als je andere mensen helpt, doe je het toch voor je eigen genoegdoening. Je moet het niet als negatief zien. Zo zit de mens nu eenmaal in elkaar. Ik wou ook dat het anders was, maar ja. Ik zie het als realiteit en je kan er mee doen wat je wilt. Het is nooit anders geweest. Mensen veranderen niet, wel de omstandigheden.

In hoeverre heb je invloed op de omstandigheden?

Gedeeltelijk heb je grip. Het zijn altijd je eigen keuzes die je maakt, maar het is ook weer afhankelijk wat anderen voor een keuzes maken. Het is de optelsom van keuzes waar je terechtkomt.